Onderzoek
Het Zeeuws Museum ontvangt in 2012 tal van onderzoekers uit binnen- en buitenland in zijn museumdepot. De terugkoppeling van hun bevindingen omtrent museale objecten draagt bij aan een meer accurate kennis van de collectie.
Senior onderzoeker Hans Huisman, verbonden aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, analyseert de koperlegering van tientallen vroegmiddeleeuwse metaalvondsten uit Schouwen.
Dr. Thea Vignau-Wilberg, curator emeritus van de Staatliche Graphische Sammlung München, bestudeert in het kader van een wetenschappelijk artikel en een toekomstige tentoonstelling in het Antwerpse Rockoxhuis (2014) een waterverftekening met bloemen en insecten van Joris Hoefnagel. Deze miniatuur is één van de twee bewaard gebleven werken die de kunstenaar in 1589 voor zijn Zeeuwse vriend Johannes Radermacher maakte.
De Nehalennia-altaren uit Domburg en Colijnsplaat worden onderzocht door Takashi Hasegawa, doctorandus aan de universiteit van Bordeaux. Zijn research heeft tot doel een beter beeld te krijgen van handelaars in Romeins Gallië en Duitsland. Het is voor het Zeeuws Museum belangrijk dat deze regio-specifieke objecten, die eveneens een grote aantrekkingskracht hebben voor het publiek, duidelijker in een brede context geplaatst worden. Ter voorbereiding van zijn publicatie over Zeeuwse beugeltassen brengt de heer Wielent Harms een bezoek aan het museumdepot.
Tot slot krijgen wij bezoek van Joe Horse Capture, Associate Curator of Native American Art bij het Minneapolis Institute of Arts. Hij bestudeert enkele bijzondere stukken uit de verzameling van Meinard Sprenger, waarbij zijn belangstelling vooral uitgaat naar voorwerpen en kledingstukken van de Zwartvoet Indianen.
Caroline van Santen, conservator etnografica van het Zeeuws Museum, geeft op de Annual Conference of the Museum Ethnographers Group 'Multiple Dialogues: interpreting ethnographic collections in the 21st century' een presentatie over de Zwartvoettentoonstelling in het museum uit 2010.
